Met het naderen van het zomerreces wordt er door het ministerie van SZW veel informatie vrijgegeven over de stand van zaken van onderhanden zijnde werkzaamheden (afspraken in het Regeerakkoord). Hieronder praten wij u kort bij. .

Stand van zaken vervanging van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA)
Het kabinet heeft in het regeerakkoord maatregelen aangekondigd die beogen duidelijkheid, inzicht en/of zekerheid te bieden t.a.v. schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden, het ontbreken van een dienstbetrekking, en werken tegen een hoog uurtarief.

Men was voornemens om per 1 januari 2019 de huidige wet DBA te vervangen door nieuwe wetgeving, maar die datum wordt niet gehaald. De stand van zaken is dat het kabinet een drietal vervolgacties voor zichzelf heeft vastgesteld om de Kamer daar in het najaar verder over te berichten:
Concrete stappen worden genomen in de handhaving van de huidige wet DBA. Die blijft opgeschort tot in ieder geval 2020. Er wordt echter vanaf 1 juli 2018 in toenemende mate gecontroleerd op alle gevallen van ernstige kwaadwillendheid. Onder andere door het over alle sectoren heen selecteren en bezoeken van bedrijven. Met de geselecteerde opdrachtgevers wordt de werkwijze met hun opdrachtnemers besproken.

• Er worden vervolgstappen genomen in de volgende onderzoeken en/of voorliggende besluiten:
• De wijze waarop zzp’ers hun tarief bepalen. Het kabinet laat onderzoek doen naar tarieven, tariefopbouw en kenmerken van zelfstandigen en hun opdrachten
• Verduidelijking van het criterium “Gezag”. Met wetenschappers en veldpartijen zal worden gekeken hoe inzichtelijk gemaakt kan worden wanneer sprake is van gezag.
• Er komt een voorstel tot opheffing najaar van knelpunten aan boven- en onderkant van de arbeidsmarkt.
• Inrichten van een onafhankelijke commissie die zich gaat oriënteren op de zich wijzigende arbeidsmarkt van morgen, gelet op de samenstelling van de arbeidsmarkt, het arbeidsrecht en de sociale wetgeving. Uitgangspunten hierbij zijn het gebruiken van ondernemersovereenkomsten en herziening van de definitie van de uitzendovereenkomst

De nieuwe Arbeidsomstandighedenwet: het basiscontract per 1 juli 2018
Vanaf 1 juli 2017 is de nieuwe Arbowet van kracht en een belangrijk onderdeel daarvan is het basiscontract (zie ook het artikel van  3 februari 2017: ‘Wijziging Arbowetgeving per 1 juli 2017’, externe link). Het basiscontract stelt de volgende minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers:

• Vrije toegang op werkplekken voor de bedrijfsarts.
• Het recht op een second opinion voor de werknemers.
• De werking van de klachtenprocedures.
• De wijze waarop de arbodienstverlener of bedrijfsarts zijn wettelijke taken uitvoert.
• Hoe voor de werknemers de bereikbaarheid van de bedrijfsarts, de OR en preventiemedewerker zijn geregeld.
• Uitvoering van de meldingsplicht voor beroepsziekten door de bedrijfsarts.

De werkgever mag, in overleg met zijn werknemers en de arbodienstverleners, meer taken in het basiscontract opnemen: het basispluscontract. In ieder geval is de overgangstermijn om werkgevers de mogelijkheid te geven, bestaande contracten aan de nieuwe wetgeving aan te passen, op 1 juli 2018 afgelopen. Vanaf die datum dient, op straffe van een boete, iedere werkgever minimaal het basiscontract te kunnen overleggen.